Met dit onderdeel geven we een samenvatting van het risicoprofiel van de organisatie. Ook gaan we in op de gegevens die uit hoofde van de Wet Financiering Decentrale Overheden (fido) voor de toezichthouder nodig zijn.
Limieten financiering
Ter beperking van renterisico’s hanteren we limieten voor de korte en lange geldpositie. Het betreft hier uitsluitend nog de wettelijke limieten.
Limietenoverzicht (bedragen x 1.000 euro) | 2020 | 2021 |
---|---|---|
Limieten kort geld | ||
Kasgeldlimiet | 90.000 | 88.000 |
Drempelbedrag schatkistbankieren | 4.865 | 4.827 |
Limieten lang geld | ||
Renterisiconorm | 211.000 | 208.000 |
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is een wettelijke limiet en bepaalt de maximale omvang van de gemiddelde netto-vlottende schuld van de gemeente in een kwartaal. De netto vlottende schuld van de gemeente is het bedrag van de vlottende schuld, verminderd met het gezamenlijke bedrag van de contante gelden in kas, de tegoeden in rekening-courant en de overige uitstaande gelden met een rentetypische looptijd van korter dan één jaar. Deze limiet is gelijk aan 8,5 % van het begrotingstotaal. Daarboven moet lang geld worden aangetrokken. De kasgeldlimiet komt voor 2021 uit op 88 miljoen euro.
Drempelbedrag schatkistbankieren
Wij zijn verplicht om onze overtollige middelen in de Rijksschatkist aan te houden. Om het dagelijkse kasbeheer te vereenvoudigen is er een drempelbedrag, afhankelijk van het begrotingstotaal, dat buiten de schatkist mag worden gehouden. Het drempelbedrag is gelijk aan 3,75 miljoen euro plus 0,2% van het begrotingstotaal dat de 500 miljoen euro te boven gaat. Dit komt voor 2021 neer op afgerond 4,8 miljoen euro.
Renterisiconorm
De renterisiconorm is een wettelijke limiet en beperkt de vaste schuld die in enig jaar voor aflossing of renteherziening in aanmerking komt tot 20% van het begrotingstotaal. Dit komt voor 2021 neer op afgerond 208 miljoen euro. In het onderdeel Leningenportefeuille, berekening kasgeldlimiet en risiconorm van deze paragraaf wordt het renterisico op de vaste schuld berekend voor een periode van vier jaar. Uit de berekening blijkt dat de renterisico’s op de vaste schuld de komende vier jaren ruim onder de wettelijke norm blijven.
Vervroegde aflossing langlopende leningen
In de begroting wordt jaarlijks een overzicht opgenomen van leningen met een mogelijkheid tot vervroegde aflossing. In 2021 zijn er geen consolidatieleningen die hiervoor in aanmerking komen.
Kredietrisico’s op verstrekte gelden
Onderstaand overzicht geeft de kredietrisico’s op verstrekte gelden weer. Het betreft zowel verstrekte geldleningen (lang en kort) als creditposities (tegoeden) bij financiële instellingen. Hierbij zijn de uitgezette bedragen per risicogroep aangegeven. In het overzicht zijn de risicogroepen (globaal) gerangschikt naar oplopend risico.
Risicogroep (bedragen x 1.000 euro) | Restantschuld | Risico % |
---|---|---|
Gemeenten en provincies | 264.550 | 69,19% |
Overheidsbanken en schatkistbankieren | 0 | 0 |
Woningcorporaties met garantie WSW | 74.785 | 19,56% |
Semi-overheidsinstellingen | 1.295 | 0,34% |
Financiële instellingen (AA en hoger) | 0 | 0 |
Overige toegestane instellingen volgens Treasury statuut | 41.738 | 10,92% |
Niet-toegestane instellingen volgens Treasury statuut | 0 | 0 |
Totaal | 382.368 | 100,00% |
Projectfinanciering Meerstad
In de bovengenoemde tabel is op de regel gemeenten en provincies een bedrag opgenomen van 264,5 miljoen euro ten behoeve van de projectfinanciering Meerstad.