Overzichten

Uitgangspunten begroting

Financiële uitgangpunten begroting 2021

Nominale ontwikkelingen (stijging lonen en prijzen)

  1. Nominale compensatie 2021

3,54%

  1. Tarief stijgingspercentage 2021

3,42%

Rente

  1. Rentepercentage nieuwe lang lopende leningen

0,95%

  1. Rente omslag percentage (ROP)

1,70%

  1. Rente omslag percentage grondexploitaties (ROP Grex)

1,81%

  1. Rente percentage kasgeldleningen en rekening courant faciliteit

0,00%

  1. Rente percentage tegoedpositie derden (credit%)

0,00%

  1. Rente percentage schuldpositie derden (debet%)

Afhankelijk van risicoprofiel derden

Nominale ontwikkelingen
De nominale ontwikkelingen geven weer wat de verwachte stijging van de lonen en de prijzen is.

  1.  Nominale compensatie 2021

Nominale compensatie 20 20

Percentage

Factor

Percentage

Loon

4,00%

80%

3,20%

Prijs

1,70%

20%

0,34%

Totaal

3,54%

Loonontwikkeling

In de begroting 2021 gaan wij uit van een CAO-ontwikkeling van 3,25 procent, bestaande uit een doorwerking van 1,25 procent van de bestaande CAO en een raming van 2,00 procent voor een nieuwe CAO per 2021. De verwachte stijging van de sociale lasten hebben wij geraamd op 0,75 procent. Deze stijging wordt voor 0,50 procent vooral verklaard door een hogere pensioenpremie en 0,25 procent overige premies. De omvang van de stijging van de pensioenpremie is onzeker. Omdat het effect hiervan op dit moment niet eenduidig is te bepalen nemen wij hiervoor een risico op.
De totale loonontwikkeling komt daarmee voor 2021 uit op 4,00 procent.

Prijsontwikkeling
De prijsontwikkeling is gebaseerd op de cijfers van prijsmutatie materiële overheidsconsumptie. Voor 2021 houden we conform de informatie van het Centraal Economisch Plan (CEP) rekening met een prijsontwikkeling van 1,7% procent.

De nominale compensatie voor loon- en prijsontwikkeling leidt voor 2021 tot een gecorrigeerd gemiddelde van 3,54 procent.

Loon- en prijsontwikkeling 2022-2024
Voor de jaren 2022, 2023 en 2024 hanteren wij de cijfers van het CEP (prijs verheidsconsumptie, beloning werknemers) voor de schatting van de loonontwikkeling. Deze mutaties zijn respectievelijk 2,10 procent, 2,00 procent en 1,70 procent.
De prijsontwikkeling ramen wij voor de jaren 2022 tot en met 2024 op jaarlijks 1,50 procent.
De totale nominale compensatie hebben wij voor de jaren 2022, 2023 en 2024 bepaald op respectievelijk 1,98 procent, 1,90 procent en 1,66 procent.

2. Tarief stijgingspercentage 2021

De tarieven (waaronder de OZB) worden aangepast met de nominale ontwikkelingen gecorrigeerd met de nacalculaties over de twee voorgaande jaren. Het stijgingspercentage 2021 is zonder nacalculatie 3,54 procent. Dit percentage gecorrigeerd met de nacalculaties over 2019 (min 0,37 procent) en 2020 (plus 0,24 procent) komt uit op 3,42 procent.

Stijging tarieven

 20 21

totaal

Tariefstijging 2021

3,54%

Nacalculatie 2019

-0,37%

Nacalculatie 2020

0,24%

Totaal tariefstijging 2021

3,42%

Rente

3. Rentepercentage nieuwe lang lopende leningen

De daling van de lange rente is in 2019 ingezet. Inmiddels is de rente gedaald tot 0,01% (20 jaar renteswap per medio juli 2020). Deze lage lange rente kent zowel structurele als incidentele oorzaken. De Corona crisis en de ongekende steunmaatregelen wereldwijd hebben een grote invloed op de rente ontwikkeling. Het herstelpotentieel van de economie hangt sterk af van de bereidheid van consumenten om weer geld uit te geven en het vermogen van ondernemers om hun bedrijf aan te passen en de omzet weer zo dicht mogelijk tot het pre-coronaniveau op te krikken.

Tegen deze achtergrond moet het door de EC voorgestelde herstelfonds de broodnodige budgettaire prikkel geven om langdurige economische schade te verminderen. Het in juli bereikte akkoord is van historisch belang, in die zin dat het voorziet in een gezamenlijke Europese schulduitgifte rechtstreeks op de kapitaalmarkten.  

De risico opslagen voor de lagere overheden bedragen 0,35% voor een twintig jarige lening.  
Gecorrigeerd met deze opslagen in de markt en een onzekerheidsmarge gaan wij uit van een 20-jaars rente van 0,95% in 2021 en verder. Deze verwachting is doorgerekend voor de komende vier jaren. De rente effecten zijn in het meerjarenbeeld verwerkt.

 4. Rente omslag percentage (ROP)

Het rente-omslagpercentage (ROP) voor 2021 is 1,70%. Dit is 0,20% lager ten opzichte van de begroting 2020.
Deze daling wordt grotendeels veroorzaakt door oude dure leningen die kunnen worden afgelost.
De omslagrente is gebaseerd op de werkelijke rentekosten in het begrotingsjaar 2021.

5. Rente omslag percentage grondexploitaties (ROP Grex)
Voor het vaststellen van de rekenrente voor het grondbedrijf (Grex rente) gelden aanvullende regels. Rekening houdend met deze regels hanteren wij een rentetarief voor het grondbedrijf van 1,81 % (begroting 2020: 1,96 %). Dit percentage is berekend aan de hand van de werkelijke rentelasten en de verwachte verhouding tussen vreemd vermogen en totaal vermogen per 1 januari 2021.

6. Rente percentage kasgeldleningen en rekening courant faciliteit /7. Rente percentage tegoedpositie derden (credit%)/ 8. Rente percentage schuldpositie derden (debet%)
De korte rente is in 2020 steeds negatief geweest. Dat geldt ook voor de rente op de rekening courant faciliteit.  De rente voor leningen met een looptijd tot 1 jaar was gemiddeld 0,50% negatief. Voor 2021 wordt geen rentestijging verwacht. Voorzichtigheidshalve  begroten wij nul procent, zowel voor kortlopende leningen als voor onze rekening courant positie bij banken. De vergoeding op kortlopende tegoeden van derden bij de gemeente bedraagt ook 0%. Schuldposities van derden bij de gemeente komen niet veel meer voor. De rente hangt af van het risicoprofiel van de geldnemer.

Deze pagina is gebouwd op 07/05/2022 11:06:29 met de export van 07/05/2022 10:46:52