Voor de begroting 2021-2024 hebben wij aanvullende bezuinigingsmaatregelen en hervormingen in beeld gebracht. De verdeling van de maatregelen 2021-2024 is in onderstaande tabel opgenomen. Vervolgens is per dekkingsbron een toelichting gegeven.
Hervormingen | Deel-programma | I/S | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|---|---|
1. Onderwijshuisvesting | 3.1 | S | 600 | 600 | 600 | 600 |
2. Parkeerbedrijf | 7.4 | S | 1.700 | 1.700 | 1.700 | 1.700 |
3. Basisontwikkelprogramma | 3.1 | S | 150 | 150 | 150 | 150 |
4. Vrijval kapitaallasten | 2.3 | S | 200 | 200 | 200 | 200 |
5. Spaardeel riolering | 13.1 | S | 1.100 | 1.632 | 1.632 | 1.632 |
6. Vrijval afrekening Transferium Hoogkerk | 7.4 | I | 1.000 | |||
7. Reserve accres instellingen | divers | I | 2.000 | |||
Accres instellingen | divers | S | 400 | 400 | 400 | 400 |
8. Inzet DOIB | 12.1 en 14.1 | I | 723 | 500 | 500 | 500 |
9. Inzet plankosten SIF voor Kardinge en Oosterpoort | 8.1 | I | 750 | |||
10. Effect herindeling op leges | 14.1 | S | 300 | 300 | 300 | 300 |
11. Fietsparkeren uit SIF | 8.1 | I | 200 | |||
12. Uitvoeringskosten IDV uit voorbeslag 2020 | 12.1 | I | 1.140 | |||
13. Verwachte compensatie Rijk Werk & Particpatie | 12.1 | I | 1.300 | |||
14. Begeleiding vergunninghouders | 1.1 | I | 423 | 209 | 72 | |
15. Kostendekkendheid leges * | 8.7 | S | 1.063 | 1.063 | 1.063 | 1.063 |
13.049 | 6.754 | 6.617 | 6.545 |
*) dit betreft een aanpassing van de ontwerpbegroting naar aanleiding van de behandeling in de raad
1. Onderwijshuisvesting
De (financiële) opgave voor onderwijshuisvesting, zoals vastgelegd in het IHP is groot. Met een financieel sturingsmodel hebben we in het afgelopen jaar goede stappen gezet om beter inzicht te krijgen in het financiële beeld van onderwijshuisvesting en de gevolgen van investeringsbeslissingen voor het budget onderwijshuisvesting. Het model zal verder worden verbeterd en de parameters geëvalueerd op juistheid. Het beeld dat we nu hebben laat zien dat een bedrag van 600 duizend euro per jaar kan vrijvallen ten gunste van de algemene middelen zonder nu in te leveren op onze ambities. Belangrijk wel is dat er in de collegeperiodes 2026 en verder opnieuw besloten moet worden over het toevoegen van structurele middelen willen we het IHP in haar volle omvang kunnen blijven uitvoeren en een start maken met de opgave voor gymlokalen.
2. Parkeerbedrijf
De opbrengsten van het parkeerbedrijf worden nu gepresenteerd als resultaat bij de rekening en niet vooraf begroot. Door deze opbrengsten vanaf 2021 structureel te begroten creëren we ruimte in de begroting. Tegelijkertijd zijn wij van mening dat door het verder ‘uitrollen’ van de parkeervergunningen in de gemeente we invloed kunnen uitoefenen op het gebruik van parkeergarages en straatparkeren. We stellen voor de meeropbrengsten te begroten voor een bedrag van 1,7 miljoen euro.
3. Basisontwikkelprogramma
Door de verhoging van de Rijksbijdrage voor Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) kan een groter deel van de peuteropvang daaruit gefinancierd worden. Hierdoor kan van het budget basisontwikkelprogramma 150 duizend euro vrijvallen.
4. Vrijval kapitaallasten
We constateren dat er jaarlijks sprake is van, incidentele, vrijval van kapitaallasten/ruilmiddelen. Ook zien we dat de omvang daarvan een wisselvallig karakter heeft. Desalniettemin stellen we voor uit te gaan van een jaarlijkse vrijval van 200 duizend euro.
5. Spaardeel riolering
In het spaardeel rioolrecht zit enige ruimte wat we gebruiken om versneld af te schrijven op eerdere investeringen. We zitten nu in een periode met erg lage rente en weinig investeringen maar in de jaren na 2050 gaat het aantal vervangingen fors oplopen omdat de aanleg van de 60-70 er jaren dan aan het einde van de levensduur zit. We schrijven daarom nu versneld af zodat de lasten in de toekomst minder fors op gaan lopen. In 2021 zullen we niet versneld afschrijven op investeringen uit eerdere jaren. Hierdoor zal de opbrengst uit de rioolheffing dalen met 1,632 miljoen euro. De OZB-opbrengsten verhogen we vanaf 2021 gelijktijdig met 1,632 miljoen euro zodat de woonlasten per saldo gelijk blijven.
We zetten in 2021 hiervan 532 duizend euro in voor de besparing afvalstoffenheffing (begroting 2020, maatregel 60). Een brede en zorgvuldige afweging van de bezuinigingsmogelijkheden vergt tijd waardoor de besparing 2021 niet gerealiseerd kan worden.
6. Vrijval afrekening Transferium Hoogkerk
Uit de nacalculatie van het Transferium Hoogkerk blijkt een meevaller te resulteren van 1 miljoen euro. We betrekken deze vrijval bij de dekkingsbronnen voor 2021.
7. (Reserve) accres instellingen
Subsidies aan instellingen worden geïndexeerd met de loon-en prijscompensatie van 2 jaarschijven terug (in 2021 ontvangen instellingen de loon-prijsindexatie over 2019) . De gedachte hierachter is dat instellingen zekerheid hebben over de compensatie die ze ontvangen. Loon- en prijscompensatie kan namelijk in de loop van het jaar en in het jaar daarna nog worden aangepast. Na 2 jaar is de loon- en prijscompensatie definitief. Door te werken met de loon- en prijscompensatie van 2 jaarschijven terug, worden instellingen dus niet meer geconfronteerd met aanpassingen. Omdat de loon- en prijscompensatie aan instellingen niet synchroon loopt met de loon- en prijscompensatie aan de directie, wordt gewerkt met een reserve accres instellingen. Dat kun je zien als een spaarrekening dat we gebruiken voor de compensatie van prijs- en loonindexatie bij gesubsidieerde instellingen. Alle mutaties in de loonprijscompensatie lopen via de reserve.
We zien dat het saldo van de reserve geleidelijk oploopt. We hebben daarom geanalyseerd welke budgetten beschikbaar zijn voor de loon-en prijscompensatie en welke budgetten nodig zijn voor indexering van de subsidiebudgetten. Op basis van de analyse stellen we voor incidenteel 2 miljoen euro vrij te laten vallen uit de reserve accres instellingen en structureel 400 duizend euro uit de ruimte in budgetten.
8. Inzet DOIB
In de begroting is een jaarlijks een budget beschikbaar voor financiering voor concernbrede initiatieven voor vernieuwing en verbetering van de organisatie op het gebied van dienstverlening en bedrijfsvoering (DOIB). De financiële realisatie van het DOIB-budget laat zien dat er jaarlijks sprake is van onderbesteding. We zetten daarom 723 duizend euro van het DOIB-budget in voor 2021 en in 2022 t/m 2024 zetten we 500 duizend euro in.
9. Inzet SIF - plankosten Kardinge en Oosterpoort
Voor de ontwikkeling van de Oosterpoort en Kardinge worden plankosten gemaakt. Bij opgave 13 (Kardinge) stellen we 300 duizend euro beschikbaar en bij opgave 41 (Oosterpoort) stellen we 450 duizend euro beschikbaar vanuit het SIF.
10. Effect herindeling op leges
Een deel van de personele lasten van voormalige medewerkers van Haren en Ten Boer werden tot dit moment nog ten onrechte niet toegerekend aan de leges. Wanneer we deze personele inzet op leges inzetten ontstaat een vrijval van 300 duizend euro per jaar.
11. Fietsparkeren uit SIF
Voor opgave 17 (fietsparkeren) kan voor 2021 200 duizend euro worden gedekt uit het SIF.
12. Uitvoeringskosten IDV uit voorbeslag 2020
We worden op dit moment geconfronteerd met een grote instroom in de bijstand en we verwachten dat deze in 2020 en 2021 doorzet. Om deze extra instroom op te kunnen vangen moeten we extra capaciteit inzetten. We hebben deze extra inzet geschat op 1,140 miljoen euro. We stellen voor deze kosten te dekken met een voorbeslag op het rekeningresultaat 2020.
13. Verwachte compensatie Rijk: Werk & Participatie
In het steun en herstelpakket voor economie en arbeidsmarkt heeft het kabinet ook middelen opgenomen om de dienstverlening aan uitkeringsgerechtigden op peil te houden. Hieronder valt ook de ondersteuning van mensen die hun baan zijn kwijtgeraakt en weer de stap naar ander werk moeten maken. Onze inschatting is dat de extra kosten in 2021 voor werk & participatie neerkomen op 1,3 miljoen euro. Hiervoor stellen we aanvullende middelen beschikbaar. Dekking vindt plaats vanuit de middelen die de gemeente Groningen ontvangt uit het steun en herstelpakket.
14. Begeleiding vergunninghouders
De verwachting is dat we vanaf 2021 een nieuwe opgave krijgen, namelijk de Veranderopgave Inburgering. Gemeenten worden dan verantwoordelijk voor de regie op de uitvoering van de inburgering. We verwachten de extra inzet op de begeleiding vergunninghouders te kunnen dekken uit een nog te ontvangen rijksbijdrage (zie opgave 8).
15. Kostendekkendheid leges
De gemeenteraad van de oude gemeente Groningen had als uitgangspunt vastgesteld dat de gebruikers de volledige kostprijs voor de producten en diensten van de gemeente Groningen betalen. Dit is nog altijd een wenselijk uitgangspunt daar de bestaande financiële situatie van de gemeente Groningen het niet toelaat om zelf te betalen voor producten en diensten voor derden. Om ook in 2021 aan dit uitgangspunt te voldoen zullen alle legestarieven vallend onder Titel 2 ‘Omgevingsvergunning’ naast de nominale compensatie voor 2020 en 2021 verhoogd worden met 9%. De hiermee gerelateerde opbrengst bedraagt 1,063 miljoen euro vanaf 2021.